Jong en vers

Ge zijt niet van uzelven, ge zijt kind
Van de wereld die vanalles van u vindt
Ge waart hier nauwelijks ip 't gemak
Of ge wierd al weer ingepakt
Met ne zegel verstuurd
Van het kastje naar de muur
Ge zijt nievers neutraal, g' èt een kleur
We zijn jong we zijn vers
Nog maar juist uit het nest
We zijn bleek, we zijn broos
Nog maar juist uit de doze
Onze gevel langs buiten geïsoleerd
Als het interieur niemand interesseert
Nu is 't happen naar lucht
We zijn schuw, we zijn schuchter
Voor onszelv'n en voor mekaar ip de vlucht
We zijn jong, we zijn vers
Nog maar juist uit het nest
We zijn bleek, we zijn broos
Nog maar juist uit de doze
't vier dooft maar a j' d'r u bie nerelegt
Slaat uw ogen op, kijk nie van mie weg
Ik in 't zwart, gie in 't wit
Wat is 't kleur van uw pitte
Is uw herte een zaadj' of ne steen?